De wolk. Een nieuwe tijdseenheid. In de zin van: “Wachten we nog een wolk?” Ik verklaar mij nader…
Het regende alweer pijpenstelen vandaag. Over dus naar plan C intussen: de Tramway du Mont Blanc (vreemde combinatie van Frans en Engels, maar het is de officiële naam). Deze tandradbaan uit 1913 brengt je in 1 uur en een kwartier van Le Fayet op 584 meter hoogte naar Nid d’Aigle op 2372 meter. Bijna 1800 meter hoger dus! Hiermee is de Tramway du Mont Blanc de hoogste bergspoorweg in Frankrijk en de vierde hoogste van Europa. Het oorspronkelijke plan was echter nog indrukwekkender. Het was immers de bedoeling om het eindstation te maken op de Aiguille du Goûter op een hoogte van 3863 meter.
Op 85% van de rit gaat de trein met behulp van een tandrad naar boven, soms wel met een helling van 24 procent. De trein is erg populair bij bergbeklimmers aangezien de Royal Route naar de Mont Blanc vertrekt vanaf Nid d’Aigle. Leuk weetje: er zijn drie treinen, elk genoemd naar een dochter van de directeur ten tijde van de omschakeling naar de huidige elektrische treinen.
We reden met groene Anne naar boven, met rode Jeanne naar beneden en dan was er ook nog de blauwe Marie.
De helft van de treinen werden omwille van het slechte weer geschrapt en hoewel dat gisteren aangekondigd stond op de site met aangepaste tijdschema’s, was dat vandaag niet geval, waardoor we nog anderhalf uur moesten wachten in het station. De vrouw zei nog: “Jullie weten toch dat er boven weinig te zien is door het weer?” – “Jaja.” – “Maar ja, je kan gewoon naar boven en meteen terug naar beneden komen he, het zit toch in jullie pas inbegrepen.” Inderdaad! Zij heeft het begrepen. We hebben onze multipass er al goed uitgehaald dus alles is vanaf nu ‘gratis’!
Dan maar even te tijd doden door naar immobiliën bordjes te kijken in het dorp. Sommige kruipkoten zijn goedkoop, maar wat ze vragen voor die houten chalets in de bergen! Iemand 7 miljoen euro op overschot? Man man!
Het was al 13u30 toen we de trein naar boven konden nemen en hoe hoger we kwamen, hoe meer we in de wolken zaten. Soms ging het treintje echt wel steil naar boven, langs een bergwand met een afgrond aan de andere kant. Een beetje eng toch!
Helemaal boven was er niks, maar dan ook niks te zien. We hadden twee plannen: ofwel wandelden we naar het uitkijkpunt over de Glacier de Bionnassay – met z’n oppervlakte van 430 hectaren de kleinste van de grote gletsjers aan de Franse zijde van de Mont Blanc – en dan verder naar beneden tot aan Bellevue, een lager station op de route, ofwel wandelden we gewoon naar de gletsjer en terug. Het werd het tweede plan. Met dit weer, in de wolken en met lage zichtbaarheid, wilden we geen risico’s nemen. We zouden toch niet veel van de omgeving zien. Wij dus, in de kou (zo’n 5 graden) met nog een paar druppels regen op weg naar de gletsjer. Ik was er niet helemaal gerust op omdat er ook onweer werd voorspeld en in de bergen wil je toch geen problemen tegemoet lopen. Gelukkig was het maar een half uurtje wandelen.
Het hobbelige pad ging zoals op alle vorige dagen alweer over hopen stenen en regelmatig zorgde de overvloedige neerslag van de afgelopen tijd ervoor dat de paden veranderden in bergriviertjes. Maar wonder boven wonder klaarde het plots even op en zagen we voor ons de Glacier de Bionnassay liggen! Wow! We waren meteen onder de indruk. Snel dus nog de laatste meters afleggen en een fotootje maken voor er weer een wolk aankwam. En ja, een paar minuten later was dat weer het geval. En weg was hij, de gletsjer. We moesten onze tijd in het oog houden voor de volgende trein ons terug kon meenemen, dus te lang konden we ook niet wachten.
En toen ontstond de uitdrukking: “Wachten we nog een wolk?”
Op hoop van zegen, schietgebedjes prevelend, biddend tot de goden stonden we daar, in de wolken, we zagen amper tien meter om ons heen, te wachten. Af en toe hoorde we hem kraken en scheuren en hoorden we stenen en ijs naar beneden vallen. Hoe frustrerend was dat, je hoorde vanalles maar je zag niets! Ook wel wat dreigend, want je weet dat die natuurkracht er is, maar je kan ze niet zien.
Maar toen… ja hoor, de wolken verdwenen, de zon verscheen zelfs en plots openbaarde de hele gletsjer zich, zelfs de vallei was helemaal zichtbaar! Wat een zicht alweer! Op die manier was het voor ons een voordeel dat hij plots in al zijn grootsheid vlak voor ons opdoemde uit de mist. Dat geeft toch nog een imposanter effect dan dat je hem al van ver ziet liggen.
Heel indrukwekkend was het!
Na een tiental minuten vol bewondering te staan kijken, moesten we terug, om geen twee uur te moeten wachten op de volgende trein. We haalden hem met gemak, want het pad terug was een pak gemakkelijker met wat meer zichtbaarheid. Toch lag alles alweer in de wolken toen we bij het station aangekomen waren. Het weer verandert op die hoogte ongelofelijk snel. Dat hebben we de voorbije dagen al meermaals ondervonden.
We namen de tandradbaan terug en in Le Fayet regende het alweer toen we beneden waren. We trakteerden onszelf op een restaurantje, Le Basilic, dat de heerlijkste aperitif maison aanbood: wijn met basilicum! Je zou het niet zeggen, maar het was zo fris en zoet en superlekker! Als we het goed begrepen hebben, wordt er basilicum, citroen en suiker aan de witte wijn toegevoegd en laat men dat een paar dagen intrekken. Super! Ik at een slaatje geitenkaas erbij en Robin uiteraard een ‘plat savoyarde’. Deze keer werd het een ‘croûte au fromage’: een dikke snee brood met spekjes, ui, wijn en Reblochon erover en dat gegratineerd in de oven. Minder zwaar dan mijn burger van een paar dagen geleden, maar toch zeker stevig genoeg!
Het is trouwens opmerkelijk hoeveel Britten hier in Les Houches vertoeven. De mensen bij wie we ons tuinhuis huren, Helen en Leighton, zijn Britten, maar ook in het dorpje horen we meer Engels dan Frans, er is een Brits restaurant dat fish & chips serveert en er zijn ontzettend veel Britse projectontwikkelaars dure chalets aan het bijbouwen. Bizar. Geen idee waarom ze precies hier massaal neerstrijken.
Morgen geven ze beter weer, dus gaan we zeker proberen nog een paar wandelingen mee te pikken voor we naar Zwitserland gaan!
Ondanks het slechte weer toch koppig verder gaan: zo hoor het! ;)