Bijna onmogelijk is het om een dag als vandaag te beschrijven.
Het begon spannend, want zoals al gezegd, zijn de weerberichten hier moeilijk. Van onze gastheer kregen we de tip een site in het oog te houden van een man hier in de buurt die al jaren het lokale weer bestudeert en daardoor veruit het meest betrouwbaar is. Hij voorspelde bewolkt weer in de voormiddag en opklaringen na de middag. Moeilijk, want we wilden vandaag naar de Aiguille du Midi gaan op 3842 meter, vanwaar je een prachtig zicht op de Mont Blanc hebt, maar uiteraard niet in de wolken. Timing is dus cruciaal. We hadden de wekker gezet om 5u30 (de eerste lift gaat immers om 6u30) en zouden dan wel zien hoe het weer buiten is. Handig om zo’n zicht op de Aiguille du Midi te hebben! Het bleek volledig bewolkt te zijn… Dus nog maar even doorslapen en opnieuw de wekker zetten een half uur later. Dat ging zo door tot half 8 en toen kwam plots de zon piepen. Wij dus onze kleren in, snel even iets eten en naar Chamonix.
Toen we aankwamen was het helemaal opgeklaard boven, dus snel in de rij om onze vierdagenpas te kopen. (Trouwens een aanrader, want voor 105 euro kan je alle kabelbanen nemen in de regio naar alle uitkijkpunten en startpunten van wandelingen in de bergen!) Maar wat bleek toen we aan de kassa stonden? De hoogste kabelbaan was net dicht door de te harde wind boven. Dju toch. We beslisten om toch al naar het tussenstation te gaan en daar te wachten. Moest het echt te lang duren, konden we van daaruit aan de wandeling beginnen die we gepland hadden en gingen we later wel naar boven. Maar wonder boven wonder ging de kabelbaan zo’n drie kwartier later toch open! Wij dus nog net met het eerste karretje naar boven.
Doodeng was het!
In een achttal minuten ga je van Plan de l’Aiguille, het tussenstation op 2310 meter, naar de Aiguille du Midi op 3770 meter. De kabelbaan is een technisch hoogstandje want het is gewoon één overspanning die op het laatste stuk bijna loodrecht naar omhoog gaat. Doodeng dus zei ik. Maar het is compleet geschift hoe ze op die hoogte een heel station gebouwd hebben met uitkijkplatforms, een restaurant, expositieruimtes, een souvenirshop enz. Zotjes!
Toen we bovenkwamen zaten we helemaal in de wolken. We stapten de bijna vrieskou (zo’n 3-4 graden was het boven) in en zagen niets. Maar stilaan trokken de wolken weg en openbaarde de Mont Blanc zich aan ons. Overal oeh’s en aah’s toen de mistige wolken plots het topje blootlegden… En zo bleef de top even verstoppertje spelen tot het weer echt wel wat opentrok en je vanop elk platform een ontzettend spectaculair zicht hebt op de bergen rondom u en het dal beneden.
Dit moet echt een van de spectaculairste en zotste plaatsen zijn waar we al ooit geweest zijn, beslisten we.
Dat hele station op die extreme hoogte, met de extreme weersomstandigheden en de waanzinnige liften ernaartoe voelt wat als sciencefiction aan. Het is echt een speciale plaats, waar je alle soorten mensen tegenkomt: de echte klimmers die van hieruit extreme bergtochten doen of naar de top klimmen (die klimmers zag je ook beneden in de sneeuw klimmen naar de top, het waren er best wat!), maar ook gezinnetjes, heel der bussen Chinezen, overenthousiaste Amerikanen en dan mensen zoals wij, die ook zowat stoer gaan wandelen in onze Decathlon-outfits en goed kunnen doen alsof. :-)
Maar enfin, die Aiguille du Midi is echt onbeschrijflijk knap, de weidsheid, de hoge bergtoppen, de kou en sneeuw in hartje zomer, de spanning van op die hoogte te zijn, de lichte trilling in de benen, het buiten adem zijn bij elke trap, de lichte duizeligheid op die hoogte, het is de max! Zet het maar op de bucketlist! En dat allemaal op zo’n 800 kilometer van thuis!
Adembenemend dus, letterlijk en figuurlijk.
Na zo’n dikke drie uur boven te hebben rondgehangen (we konden er maar niet genoeg van krijgen), gingen we terug naar het tussenstation, waar een hoop wandelingen beginnen. We zagen een bordje ‘Lac Bleu, 0h15′ en vroegen ons luidop af of die korte wandeling de moeite zou zijn. Een vrouw antwoordde in het Vlaams dat het zeker mooi was. Haar zoon had er een sport van gemaakt om elke zomer in het meer van 4 graden te komen zwemmen. Wij er dus naartoe en het bleek inderdaad een helblauw meertje te zijn, wat verstopt achter de rotsen en tegen grillige met ijs beklede bergen. Mooi!
Maar wij kwamen vooral voor de populaire wandeling naar Montenvers, een ander groot station bij Chamonix, waar de gletsjer Mer de Glace te zien is. De wandeling zou 2 uur en kwartier duren, maar met onze uitgebreide fotostops, deden we er zo’n 3 uur over. De wandeling staat niet aangegeven als moeilijk en dat is ze ook niet, want je daalt geleidelijkheid en hoeft niet te klimmen, maar we moesten ons toch behoorlijk concentreren omdat zowat het hele wandelpad vol stenen lag. Het was dus goed uitkijken of je je voeten niet omsloeg op de losliggende keien of dat je niet uitgleed op de grotere rotsblokken waar je over klom. Het uitzicht op de wandeling was alweer adembenemend. Chamonix lag de hele tijd links van ons, ver beneden. En daarachter en ook aan onze rechterkant bergen, bergen en nog eens bergen. Het deed ons wat denken aan de Rocky Mountains en de Tetons, omdat de bergen er hier ook rotsig, ruw, grillig en onherbergzaam uitzien.
Naar het einde toe werden we ingehaald door een Amerikaans gezin. Een beetje later stonden ze te twijfelen aan een splitsing en vroegen ze of wij het verschil wisten. Onze wandelgids wist inderdaad dat de ene wandeling korter maar wat smaller en steiler was en de andere langer met eerst nog een stuk stijgen om dan terug te dalen. De keuze was snel gemaakt: het werd voor ons allen de korte route, want we wilden de trein van 18u00 halen in Montenvers naar Chamonix. De Amerikanen bleken trouwens uit Florida te komen, maar veel tijd was er niet, want we hadden nog maar een uur en een kwartier.
Uiteindelijk geraakten we goed op tijd in het station en konden we nog even naar de gletsjer gaan kijken. Die is een flink stuk kleiner geworden sinds 1915 en elk jaar wordt hij nog kleiner. Triest om te zien hoe weinig ijs er nu nog overblijft.
De tandradbaan bracht ons terug naar Chamonix, waar we wel een lekkere burger verdiend hadden in de volgens TripAdvisor beste burgerkeet van Europa. De burgers waren ook wel echt lekker, maar mijn burger met reblochon, spekjes en rösti was toch wat van het goede teveel. Na iets meer dan een halve hamburger hield ik het voor bekeken (en dat zegt veel over de portie). We gingen op tijd terug naar onze cabin, waar Robin nog naar de volleybalmatch van de Red Dragons kon zien – ze mogen trouwens naar het WK! – terwijl ik deze tekst zit te typen.
Voor de komende dagen voorspellen ze minder goed weer, dus het wordt afwachten wat we hier nog te zien gaan krijgen.
Mijn god, ‘On top of the world’ tastbaar gemaakt! Het doet inderdaad wat aan als de Rockies die grillige bergtoppen en felblauwe bergmeer! Was het wat te doen om zo lang boven te blijven hangen bij amper zo’n 3°? Mooi uitzicht op de top van ons prachtige continent en een mooie wandeling, duidelijk een topdagje!
Mits de juiste kledij is het goed te doen. Er zijn ook verschillende indoorplaatsen gemaakt zodat je soms een beetje kunt opwarmen en waar je – letterlijk – wat op adem kunt komen door het hoogteverschil. Echt een aanrader!
Zoals jullie merken, kom ik een beetje achter. Met veel plezier jullie verslag gelezen van inderdaad een adembenemende dag. Ongelooflijk dat we zo’n mooie ruige natuur hebben op nog geen 1.000 kilometer rijden van bij ons. We trekken maar al te snel naar de Nationale Parken in de US of Canada, maar die in Europa vergeten we snel. Misschien omdat ze minder bekend zijn? Of we mankeren een overkoepelende Europese Nationals Parks Service? Deze trip gaat alleszins op onze to-do lijst.