Nu dacht ik echt dat er over vandaag niet veel te vertellen zou zijn, want we zouden gewoon naar Chambéry rijden, op 500 km van de camping, en meer stond er niet op de planning. Maar we beslisten om ons plan vol te houden en langs departementale wegen te rijden en dan kom je wel eens onverwachte pareltjes tegen.
Het eerste stuk van de rit reden we nog door de Dordogne. De taakverdeling in de auto is dan als volgt: Robin rijdt en ondertussen lees ik voor uit de Capitool reisgids van Frankrijk over de highlights onderweg. Na een tweetal uurtjes rijden sloeg de honger toe en beslisten we om te stoppen in het eerste dorp dat we tegenkwamen. Dat bleek Argentat te zijn, dat volgens de Capitool bekend staat om zijn speciale dakpannen die het hele dorp een soort van middeleeuwse Harry Potter meets Belle en het Beest uitstraling geven. Alles ziet er daardoor ontzettend oud, charmant en authentiek uit.
Op het marktplein zagen we het terras van Brasserie de la Dordogne, volgens onze goede vriend TripAdvisor het 2de beste restaurant van de stad, de ideale lunchplek dus.
De vrouw die alles runde bleek meteen het meest geschifte en hilarische mens van heel Frankrijk te zijn, als een wervelwind stormde ze over het terras en om 1 minuut na 2 stond ze aan onze tafel met de boodschap: “Jullie zijn de laatste, dan gaat de keet dicht, anders zit ik hier nog de hele middag met mensen op m’n terras.”
Ja, juist, dat waren we even vergeten, de Franse siësta! We bestelden snel de salade foie gras die maar 12 euro kostte en goedkoper was dan de salade kip! Toen zei ze dat we ons moesten verplaatsen naar wat verder onder het terras, naast de deur achter een haagje: “Verstop jullie hier maar een beetje zodat mijn terras niet opnieuw volloopt.” De wervelwind kwam dus snel onze tafel afruimen, ging ergens bestek halen voor Robin, riep van over de andere kant van het terras dat hij eraan moest voelen, want het was gloeiend heet, liet haar vaatdoek in de planten vallen, ging een andere tafel afruimen en stormde weer naar binnen.
Daar hoorden we plots vanalles vallen, rammelende kopjes en dan riep ze: “Oh la la, ils sont solides ce tasses!” Hilarisch was ze.
Alle mensen die zich nog op het terras wilden gaan zitten, werden resoluut verder gestuurd, ze begin ostentatief parasols te sluiten en ze sleepte het menubord wat uit het zicht. We hebben ons maar gehaast met onze salade die trouwens overheerlijk was (alweer sorry) en durfden geen dessert meer vragen.
Dan maar verder op weg voor een korte wandeling door het dorp. Toen we het dorp uitreden, passeerden we een brug over de rivier de Dordogne met de prachtige groene vallei vol pittoreske huisjes. Een prachtig zicht was het!
Een beetje verder reden we terug het Parc Naturel Régional des Volcans d’Auvergne in. Alweer werden we getrakteerd op prachtige uitzichten over de groene bergen, met als hoogste top de Puy Mary. Deze keer reden we niet door het noorden van het park, langs de Mont Dore, maar door het zuiden, langs de Monts du Cantal.
Cantal was volgens onze reisgids ook een typische kaas van de streek, gemaakt uit de melk van de Salers-koe. Deze koeien staan in de winter op stal in de vallei, maar worden in de zomer hoger in de bergen gezet. Door de hardere grassoorten die ze daar eten, maken ze extra romige melk aan, waarmee de Cantal-kaas wordt gemaakt. In de eerste Intermarché die we tegenkwamen, in Murat, gingen we uiteraard op zoek naar die kaas. We legden aan de mevrouw achter de verstoog uit dat we van verschillende soorten een klein stuk wilden proeven en we kregen netjes drie soorten kaas mee: een jonge van 2 maanden rijping, een oude van 22 maanden en een stuk Salers, een andere soort die een jaar gerijpt had. De oude bleek alvast erg lekker!
En als mensen nog eens zeggen dat de Fransen onvriendelijk zijn, moeten we dat toch tegenspreken. Iedereen helpt met de glimlach en is supervriendelijk! Misschien is dat omdat we hier eerder in Midden-Frankrijk zitten en niet in het meer toeristische Zuiden?
Een volgend dorp waar we even halt hielden, was Vieille-Brioude. De nieuwe stad Brioude was wat mistroostig, maar de oude stad bleek alweer erg pittoresk te zijn. We stopten even aan de kant van de weg waar we een snelle foto konden nemen van de hele stad in de vallei en de oude brug.
Nog zo’n stad waar onze monden van open vielen toen we ze passeerden, was Polignac. Een statige heuvel met een kerk erop torent boven de stad uit en ook langs de flanken zijn woningen gebouwd. Alweer indrukwekkend!
Maar de stad waar onze Capitool het meest lovend over was, was Le-Puy-en-Velay. En wat bleek nu? De Tour vertrekt er morgen! We blijven het hele circus tegenkomen op onze reis. Dat de Tour ook hier vele mensen beroert, was meteen duidelijk door de drukte in de stad. Toen we ze binnenreden, passeerden we een grote bus van Team Sky aan een hotel met een massa mensen ervoor die een glimp van Froome – of de rest van de wielerploeg – probeerden op te vangen.
Wat ons nog meer interesseerde, waren de drie rotsen van Le-Puy-en-Velay, waarvan er twee heel opmerkelijk zijn. Op de ene rots staat een kerk, de Chapelle St-Michel d’Aiguilhe, in de 10e eeuw gebouwd door de bisschop van Le Puy, die als een van de eerste bedevaarders terugkwam uit Compostela. Hoe die kerk daar bovenop is geraakt, is ons een compleet raadsel, maar ze staat er schoon te blinken! Op een andere rots staat een Mariabeeld Notre-Dame-de-France uit 1860 dat gemaakt is uit ijzer van 213 kanonnen die in de Krimoorlog werden buitgemaakt. Het rode beeld is heel herkenbaar en geeft de stad, samen met de andere volgebouwde rotsen een heel speciaal uiterlijk. Alweer een dorpje aan onze lijst toegevoegd om ooit nog eens deftig te komen bezoeken!
Intussen was het al 19u00 en moesten we nog 250 km afleggen… We beslisten om een snelle hap te eten in de McDonalds en de rest toch maar langs de autostrade af te leggen. Ik nam het stuur over en vlakbij Lyon, in St-Etienne, slaagde ik erin om geflitst te worden.
Robin zei nog: “Seg, rijdt gij niet te snel? Hier staat direct wel een flitspaal hé.” Flash!
Lomp! Veel te snel reed ik niet, maar het zijn toch stomme kosten. Hopelijk valt de boete mee, of nog beter, geraakt ze niet tot in België.
Tegen 22u00 zijn we aangekomen in ons Ibis Hotel in Chambéry, samen met Annecy onze uitvalsbasis voor de komende 4 dagen aan de voet van de Alpen. Het was een hele rit, maar we zijn blij dat we ze grotendeels hebben afgelegd dwars door de vele mooie dorpjes en streken die Frankrijk rijk is. Vooral Midden-Frankrijk is ons zeer goed bevallen! Morgen bezoeken we Walibi Rhône-Alpes!
Hilarisch, die situatie op het terras in Argentat – ik kan het me zo voorstellen! :) Wel beetje strafpuntjes omwille van de foi gras ;) Eergisteren in België in het nieuws dat als de boetes vanuit het buitenland toekomen, ze best meteen kunnen worden betaald om bijkomende kosten te vermijden, maar laat zoiets jullie reisplezier niet verprutsen! Geniet van Walibi!
Ja, die foie gras… We kunnen er soms echt niet aan weerstaan…
De boete zal ook zo snel mogelijk betaald worden als we thuis zijn. Het zal waarschijnlijk de duurste actiefoto zijn die we ooit gekocht hebben… 🤔